Werkingsprincipe van de Coriolis flowmeter
2. Hoe werkt een Coriolis flowmeter
Dit corioliseffect wordt ook op de grond toegepast: bij massflowmeting van gassen en vloeistoffen. Hiervoor wordt de te meten vloeistof door een trillende buis geleid.
Een actuator in het Coriolis-flowapparaat laat een kleine buis continu trillen rond zijn natuurlijke frequentie. Twee sensoren die langs de buis zijn geplaatst meten de afwijking van deze trillende buis in de loop van de tijd. Als er geen vloeistof door de buis stroomt, meten beide sensoren op hetzelfde moment dezelfde afwijking. Stroomt er echter een gas of vloeistof door de buis, dan geeft de massa van deze stof een extra draaiing aan de buis als gevolg van de traagheid van de te meten stof. Het verschil tussen deze twee, oftewel de ‘faseverschuiving’, is een directe maatstaf van de massflow door de buis. Deze faseverschuiving staat in verhouding tot het massflowbereik: hoe hoger het massflowbereik, des te groter de faseverschuiving.
Massflowapparaten op basis van het corioliseffect doen zelfs nog meer – ze meten de dichtheid van vloeistoffen! Faseverschuiving is een maatstaf voor massflowbereik, en de (natuurlijke) trillingsfrequentie is een maatstaf voor vloeistofdichtheid. De dichtheid van een vloeistof beïnvloedt de trillingsfrequentie van de buis: vloeistoffen met een hogere dichtheid trillen met een lagere frequentie dan vloeistoffen met een lagere dichtheid. Daarmee is deze trillingsfrequentie een directe maatstaf van de dichtheid van de vloeistof of het gas. Massflowbereik en dichtheid worden onafhankelijk van elkaar maar wel met hetzelfde apparaat gemeten. Daaruit blijkt hoe veelzijdig Coriolis-flowmeters zijn.