Het directe regelventiel
Een direct regelventiel bestaat uit een orifice die het flowbereik bepaalt, en een regeloppervlak, de plunjer, die bepaalt hoe ver het ventiel openstaat en daarmee hoeveel flow er door het ventiel stroomt.
- Voordeel: dit ventiel is relatief snel en goedkoop en heeft niet veel vermogen nodig om de flow te regelen.
- Het nadeel ervan is dat het slechts een beperkte druk en een beperkte flow aankan.
Laten we een elektromagnetisch regelventiel als voorbeeld nemen:
Bij een ventiel wordt de kracht (F), die nodig is om het ventiel te openen, bepaald door de diameter (d) van de opening en het drukverschil (Δp) op het ventiel , (F ~ Δp * ¼ d2). Als het drukverschil of de diameter van de opening groter wordt, zal het ventiel niet meer of slechts deels opengaan door deze kracht (welke kan toenemen tot meer dan 15 N voor een drukverschil van 200 bar op een opening van 1 mm), die het ventiel dichtdrukt.
Een elektromagnetisch ventiel kan slechts een kracht van ca. 5 N uitoefenen op de plunjer. Je kunt eventueel wel een sterkere spoel gebruiken, waardoor de magnetische kracht groter wordt. Het vermogen van massaflowregelaars is echter vaak beperkt en ook de geproduceerde warmte kan een probleem gaan vormen. Gevolg: een beperkte maximale flow, evenredig aan de druk en de ventieldiameter in het kwadraat.
Kortom, door deze beperkingen zijn de meeste directe regelventielen niet geschikt voor hoge flows of kunnen ze geen hoge verschil- of absolute druk aan. Je kunt de directe regelventielen wel gebruiken voor kleinere flows van 1 mln/min tot ca. 50 ln/min.
Welke alternatieven hebben we?
- Het ontwerp van het directe regelventiel aanpassen, zodat het een hogere druk aankan
- Een indirect ventiel gebruiken
- Een drukgecompenseerd ventiel gebruiken voor een hogere flow bij een lage druk