Carbon Nanotubes (CNT) op de Universiteit van Cambridge
Ons laboratorium heeft een productieproces ontwikkeld dat niet alleen CNT’s maakt in grote volumes, maar ook met een ongeëvenaarde perfectie in macroscopische textiel; alles in slechts één productiestap. Het productieproces an sich is in principe simpeler dan andere productieprocessen, zoals bijvoorbeeld de processen van het gangbaardere carbon of kevlar.
De Floating Chemical Vapour Deposition reactor (F-CVD) gebruikt in dit geval een ‘zwevende’ katalysator. Deze katalysator heeft slechts één koolstofbron nodig (tolueen), een katalysatorbron (ferroceen) en een op zwavel gebaseerde promotor (thiofeen). Deze drie componenten worden door middel van een draaggas (waterstof) met elkaar vermengd in een 1300 °C buisreactor, waardoor een zwevende CNT-wolk wordt gevormd. Het mechanisch extraheren van de CNT-wolk uit de buisreactor condenseert de wolk tot een bulkvezel met een strak geordende microstructuur. Dit wordt "CNT-spinnen" genoemd, dat gedaan wordt door “spinners”; speciaal beschermd personeel dat de vezel uit de CNT-wolk extraheert.
Het is een aardige uitdaging om de reactie onder controle te krijgen. De eigenschappen van het CNT materiaal variëren namelijk aanzienlijk tussen de productieseries, in relatie tot de gecontroleerde en ongecontroleerde parameter input. Hoe dat precies kan, is nog niet helemaal duidelijk.